Verkeer

Auto en verkeer in Noorwegen

(bron: ANWB, voor ons niet relevante informatie is niet overgenomen)

Wegennet

Noorwegen heeft een goed wegennetwerk dat regelmatig wordt onderhouden.
Door de toename van bruggen en tunnels heeft het doorgaand verkeer minder te maken met veerponten.
De wegen zijn zeer kronkelig en zelden breed genoeg om het verkeer goed te laten doorstromen. Een reis kan daardoor veel langer duren.
Langs secundaire eenbaanswegen in het bergland zijn uitwijkplaatsen aangebracht. Ze zijn gemarkeerd met een M.
Het rijden op de smalle wegen in berggebieden vereist een ruime ervaring, zeker voor automobilisten met een caravan.

Algemene verkeersregels

Niet alle verkeersregels zijn hier opgenomen. Wij geven je de belangrijkste regels die afwijken van de Nederlandse en enkele basisregels.

Je moet rechts rijden en links inhalen.

 

Inhalen

Een rijdende tram moet rechts worden ingehaald. Als dit niet mogelijk is mag de tram links worden ingehaald. Op eenrichtingswegen mag de tram ook links worden ingehaald.
Bestuurders mogen een stilstaande tram niet voorbijrijden tijdens het in- en uitstappen van passagiers als er geen vluchtheuvel is.

Milieuzones

Wanneer in Oslo een bepaald niveau van luchtverontreiniging wordt bereikt, kunnen de autoriteiten het stadscentrum afsluiten voor alle voertuigen die op diesel rijden. De beperkingen worden een dag van tevoren aangekondigd via radio en televisie. In geval van overtreding kunnen boetes uitgedeeld worden. Uitgezonderd zijn voertuigen voor vervoer van gehandicapten.

Mobiel bellen

Het is bestuurders van gemotoriseerde voertuigen verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden. Handsfree bellen is wel toegestaan.

Parkeren

Parkeerverbod

Op de volgende plaatsen mag je niet parkeren:

  • Binnen 20 m van een tram- of bushalte of een taxistandplaats.
    Op voorrangswegen waar sneller dan 50 km/h mag worden gereden.
    Op uitwijkplaatsen langs smalle wegen.
    Langs een doorgetrokken witte lijn.
    Stopverbod

In de hoofdstraten van sommige grote steden, waaronder Oslo, is het verboden te stoppen. Dit wordt aangegeven door een bord met daaronder de tekst ‘All stans forbudt’.

Pech of ongeval

Wanneer de bestuurder bij pech of in een noodsituatie bij slecht zicht of in het donker het voertuig moet verlaten, is deze verplicht een veiligheidshesje te dragen.
Deze eis geldt in principe alleen voor Noorse automobilisten maar Nederlandse bestuurders wordt geadviseerd om de lokale regels te volgen uit veiligheidsoverweging en om een eventuele discussie met de politie ter plaatse te voorkomen.
Bij pech of een ongeval is de bestuurder verplicht de alarmlichten in te schakelen en om een gevarendriehoek te gebruiken als het voertuig vanuit de verte niet goed is te zien.
Bij een ongeval dat heeft geleid tot lichamelijk letsel, is de bestuurder verplicht om de politie en ambulancedienst te bellen.
Rotondes

Een bestuurder die op een rotonde rijdt, heeft voorrang op een bestuurder die een rotonde op wil rijden.

Voorrang

Als basisregel geldt dat alle bestuurders van rechts voorrang hebben.
Trams hebben altijd voorrang.
Op wegen waar de maximumsnelheid 60 km/h of minder bedraagt, hebben bij een halte wegrijdende bussen voorrang.
Smalle wegen zijn voorzien van uitwijkplaatsen waar tegenliggers elkaar kunnen passeren. De bestuurder die de uitwijkplaats aan zijn rechterzijde heeft, moet uitwijken voor zijn tegenligger.
Op bergwegen gelden geen speciale voorrangsregels. Gewoonlijk verleent echter degene die het makkelijkst kan uitwijken of terugrijden, voorrang.

Maximumsnelheid

Binnen bebouwde kom (A)
Buiten bebouwde kom Autowegen Autosnelwegen
Personenauto’s, campers < 3500 kg en motoren 50 80
90/100 (B)
90/100 (B/C)
Personenauto’s met ongeremde aanhangwagen/caravan < 300 kg 50
80
90/100 (B)
90/100 (B/C)
Personenauto’s met ongeremde aanhangwagen/caravan > 300 kg 50 60 60 60
Personenauto’s met geremde aanhangwagen/caravan 50 80 80 80
Motoren met aanhanger
50
80
80
80
Opmerkingen

A: In woonwijken kan een maximumsnelheid van 30 km/h gelden. Dit wordt door borden aangegeven.
B: Wat de maximumsnelheid is, wordt door borden aangegeven.
C: Op enkele autosnelwegen kan ook een maximumsnelheid van 110 km/h gelden.
Verkeersborden

De verkeersborden in Noorwegen wijken nauwelijks af van die in Nederland.
Wegwijzers zijn over het algemeen geel met zwarte tekst en op autosnelwegen blauw met witte tekst.
Auto en motor

Een vierkant blauw bord met een wit silhouet van een auto en in zwart de tekst 2+ duidt een rijstrook aan waarvan auto’s met twee of meer inzittenden gebruiken mogen maken. Auto’s die op elektriciteit of op waterstof rijden, mogen altijd van deze rijstrook gebruikmaken.
Een vierkant blauw bord met een witte letter M (Møteplass) betekent: ‘uitwijkplaats/passeerplaats’ en komt voor op smalle wegen waar geen ruimte is om een tegenligger te passeren.
Een vierkant blauw bord met in wit een afbeelding van een fotocamera betekent: ‘Flitswaarschuwing’.
Een keerverbod wordt aangegeven met een rond wit bord met een rode rand en een omgekeerde zwarte ‘U’ waar, anders dan in Nederland, ook een rode streep doorheen loopt.
Een rond wit bord met een rode rand en een naar links of rechts afbuigende zwarte pijl met een diagonale rode streep erdoor betekent: ‘Verboden links (of rechts) af te slaan’.
Bromfiets

Verkeersborden en onderborden met de afbeelding van een motor gelden ook voor bromfietsen.

Fiets en voetganger

Behalve een vierkant blauw bord ‘Fietspad’, zijn er ook vergelijkbare borden die een fiets-/voetpad aangeven, met al dan niet gescheiden gedeelten voor fietsers en voetgangers.

Aanduidingen