10 juni: Kilometers vreten

SONY DSC

Moe maar voldaan kropen we gisterenavond voor het eerst via het trapje onze bedjes-voor-een-maand in. Best spannend of we met onze grote logge lichamen lekker zouden liggen hier. Maar tjonge, wat viel dat mee! Ik voelde meteen een heerlijk stevig bed, zonder akelig hard te zijn en met onze eigen kussens en lekkere dekbedden (van de logeerkamer) voelden we ons allebei meteen thuis in onze mini-slaapkamer. Het dakluik open, de rolgordijntjes dicht en snurken maar. Ik hoop dat we niet teveel buren wakker gaan houden de komende weken, maar ach, wat maakt ons het eigenlijk uit? Doet me weer denken aan dat bekakte stel wat ooit bij het ontbijt bij ons vaste stekkie Erve Bruggert in Haaksbergen zat te emmeren over de snurkers naast hen. Ik vroeg hen vriendelijk of ze op kamer 10 sliepen en toen dat bevestigd werd, maakte ik met een stralende glimlach vriendelijke excuus namens manlief en mezelf. Die gezichten, kostelijk!

Enfin, even terug naar vandaag. We hebben heerlijk geslapen! Ik werd rond half vijf wakker, wat ik thuis ook vaak heb hoor, zeker in Nederland. In Spanje hebben we niet zoveel bomen rond het huis en daardoor ook niet zoveel vogeltjes, maar in het Nederlandse vakantiehuis staan achter onze slaapkamer hele grote, oude bomen met veel zangvogels erin. En vannacht, in het bos van Beekbergen, was het een kakofonie van geluiden en ik kan daar enorm van genieten. Ik pak dan soms even rustig mijn telefoon om wat te lezen, maar deze keer werd ik betrapt door Carola die vanuit de USA vond dat ik eigenlijk nog hoorde te slapen 🙂 Heerlijk, die tijdsverschillen, zij daar in hun mooie motorhome richting Denver door het prachtige New Mexico en wij hier op weg naar Noorwegen.

IMG_2419
Dat brengt me meteen op de opmerking van Fred (hij hoort bij Carola) die onze camper schamper maar een kleintje noemde. Dinky Toy, ja, vergeleken met de A-klasses waar we in de States mee rond toerden, dat klopt. Maar ook Ingrid, al net zo´n fervent Amerika-camperliefhebber, vroeg geïnteresseerd hoe het nu was in zo´n veel kleinere Europese camper. En klein is relatief he, deze is ook 7,50 meter lang en daarmee niet echt mini. En ja, het is wennen, maar het is ontzettend knap hoe ze op een relatief kleine oppervlakte zoveel handigheid en luxe hebben kunnen inbouwen. Aan kastruimte geen gebrek, als ik goed ga kijken wat we allemaal aan boord hebben en wat er in de kasten geladen is, dan zal het niet veel minder of zelfs gelijk zijn aan wat we daar gewend waren. Ja, we missen de lange driezitsbank, maar eerlijk gezegd gebruikten we die zelden. De zithoek is net zo groot, maar wel veel comfortabeler met een tafel die aan alle kanten verstelbaar, draaibaar en verschuifbaar is en met heerlijke zachte kussens, waar we in de USA vaak een houten kont kregen. Alleen het aanrecht is beduidend kleiner, maar ook hier hebben we een oven, alleen geen magnetron. De koelkast is groter en de vriezer is ook prima. Ik heb zojuist voor het eerst gedoucht in de camper en daar geldt hetzelfde als we in de USA hadden: het is krap, maar het werkt prima en ik had een heerlijke straal warm water, gewoon uit de eigen tank. Het toilet lijkt krap, maar is dat niet, want het staat heel handig schuin in een hoek (al kwam Albert er vanmorgen pas achter dat het ding een draaipotje was en dat we er niet dwars op hoeven zitten!) en het wasbakje is klein, maar de kastruimte met grote schuifspiegeldeur is ruim. En ook onder de wasbak kunnen we nog spullen kwijt. De ruimtes onder het bed zijn groot genoeg voor de vuile was aan de ene kant en jassen en vesten aan de andere kant. En onder het trapje zit een groot gat, waar alle schoenen in kunnen. Daarnaast zijn er ook nog laatjes voor allerlei spullen. Kortom: verrassend veel ruimte.

Even tussendoor … 32 ft. A-klasse van Road Bear uit 2007, zo zijn we dus 6 keer op pad geweest, de andere twee keren hadden we een kleinere C 29-31ft.:

Die WC is trouwens nog wel een puntje. Voor de leken onder jullie (ha, wat klinkt dat verwaand) even het verschil tussen de USA-campers en deze. In Amerika heb je een ´black-water´-tank, waar alles inkomt wat door de WC gespoeld wordt. Die tank is echt heel groot en je kan er wel een dag of vier alles in dumpen. Als je dan op een camping aankomt, nadat de boel lekker door elkaar geschud is door een flinke rit, sluit je zo´n lange dikke afvoerslang aan op een gat in de grond en trek je een schuif open in een buitenluik van de camper en plop, daar gaat het hele spul. De tweede handeling is het legen van je ´grey-water´-tank door dezelfde slang, dat water komt van je douche en de gootsteen. Het zorgt ervoor dat je slang ook nog eens goed schoongespoeld wordt. Nadat alles leeg en schoon is, gooi je een scheut van dat reinigingspul door de WC (zakjes, blokjes, noem maar op) en je kan weer een aantal dagen vooruit. Maar in deze Europese camper hebben we een cassettetoilet, bij ons thuis heet dat gewoon een ´smies toiletje´. Hoe vaak moet je die nou eigenlijk legen? Nou, elke dag, blijkt. Na een paar plasjes, dag en nacht, moest Albert vanmorgen rennen voor een grote boodschap en toen was het ding vol. En daar sta je dan! Dan moet je gewoon langs de weg bij een parking waar de hele goegemeente er blijkbaar een puinhoop van maakt, want bij het ene damestoilet kwamen er twee achter elkaar kokhalzend naar buiten en bij het tweede was geen papier, tenminste, niet in de houder, maar wel in een goot achter de WC. En niet alleen dat, laat ik maar niet beschrijven wat er allemaal wel in lag. Viezerikken! Ik ben wat gewend van Frankrijk, maar dat had ik dus in Duitsland niet verwacht. En stoppen bij een restaurant of tankstation? Vergeet het maar, tot Hamburg was het overal zó druk dat je gewoon niet eens een parkeerplek kon vinden, de vrachtwagens reden elkaar zowat de parking af.

SONY DSC

Maar verder ging het goed hoor! Na ons ontbijtje met lekkere koffie, meegebracht uit Spanje en klaargemaakt in een echte Spaanse pruttelpot op het gas, hebben we ons eerste wildlife bewonderd. Drie hertjes staken voor onze camper over op de weg buiten de camping, maar die gaan dan altijd te snel om je camera te pakken. Komt nog wel! Ik heb me vanmorgen eerst even druk gemaakt om onze bootreservering, want Fjordline had nog geen kenteken van ons en ik was gisteren stom genoeg vergeten dat door te bellen aan het Nederlandse kantoor. Dat is op zaterdag dicht, dus mocht ik vanmorgen naar Noorwegen bellen. Gelukkig spreken ze daar goed Engels 🙂 Verder las ik Albert af en toe wat voor uit de Noorwegen Autogids, die we maanden geleden al kochten.

We hebben vanmorgen eerst de A1gereden van Beekbergen tot de Duitse grens en hebben toen onze weg vervolgd via de 213, op advies van de chauffeurs in de familie, Berry en Marco, die ons vorige week ervan overtuigende dat dat prima liep. En gelijk hebben ze, geen files, leuke dorpjes, mooie stadjes, boerderijen, kortom, alles wat wij op vakantie zo leuk vinden. Bij Lingen gingen we de weg af om bij de Aldi nog een paar laatste boodschapjes te halen, met name een voorraadje vlees voor in het vriezertje en verse vleeswaren, want daar zijn Duitsers goed in. Harde broodjes voor de lunch en we konden weer. Die lunch gebruikten we een heel eind verder ergens langs de snelweg voor Bremen, waar het door de files niet echt opschoot. Voorbij Hamburg werd het rustiger, al vliegen je daar dan weer heel veel auto´s heel hard voorbij. Als je 110 km per uur rijdt en je ziet zo´n projectiel langs schieten, dan vraag je je af hoe hard die dan wel niet gaan …

Wij zijn er ook gekomen, al rijden we niet zo hard, maar we vonden het ook wel genoeg voor vandaag toen we aankwamen bij het Scandinavian-Park, een grote Autohof. Zie het maar als zo´n grote Amerikaanse truckstop, maar dan ook nog met een enorme supermarkt waar de Scandinaviërs met ladingen vol bier en sterke drank naar buiten komen. Dat spul is hier vele malen goedkoper en we keken onze ogen uit naar de karren vol. Vooral veel Denen, maar ook Zweden die met campers vol drank op pad gaan. Nadat we onze tank vol diesel hebben gegooid (hij is trouwens ook veel zuiniger dan zo´n Amerikaanse bak, maar dat is natuurlijk de brandstof niet zo duur als hier) hebben we voor het eerst kennis gemaakt met een SaniStop. Eurootje erin, deurtje open, smies toiletje leegkiepen, knopje drukken, grote straal spoelwater om de cassette te spoelen, nieuwe scheutje vloeistof erin en klaar is Albertje. We kunnen weer naar de poepdoos. Ook maar eens in die grote winkel gekeken, maar geen drank ingeslagen. Wij hebben alleen even brillenpoetsdoekjes, een fles curry en een schoenlepel gehaald, want Albert komt niet echt makkelijk in zijn schoenen nog met die enkel die steeds nog opzwelt. Na een kopje lekkere espresso, togen we aan de overkant naar het steakhouse, waar mijn ogen veel groter waren dan mijn maag. Tjonge, wat een lekkere hap maken ze daar klaar! Ik had een soort dikke champignonsoep, Albert een goulashsoep en dan mochten we ook nog naar de saladebar voor de vitamientjes. Als hoofdgerecht had Albert een grillteller (mixed grill) en ik kreeg een berg spareribs, die ik dus echt niet opkreeg. Zelfs mijn gepofte aardappel ging maar half op. Geen toetje, ik klapte! Alleen terug in de camper, die we van de winkelparking verplaatsten naar de camperparking hier, nog koffie uit de Spaanse pruttelpot.

IMG_0357

We staan voor het eerst een avond zonder stroom, dat is voor ons best wennen. De laptop, iPads, telefoon en MIFI-router (want hier ook geen WIFI, dat is wel wat raar, want in de winkels is het er wel) zijn flink opgeladen, dus daar halen we de ochtend wel mee. We hebben een omvormer aan boord om ook overdag de laptop en camerabatterijen te kunnen laden op de tweede 12-voltlader achter in de camper. De rest werkt prima op de huishoudbatterij die vandaag is opgeladen. Zo staat vanavond gewoon de televisie aan, schotel op het dak, Canaal Digitaal aan boord. Kortom, we komen niks tekort! Morgen rijden we naar Hirtshals, waar we maandagmorgen op de boot gaan. Zo blijven we Alberts zus Trees, man Bram en hun vrienden Frank en Niske voor, want die gaan er maandagavond op de boot naar Stavanger. Volgend weekend vieren we samen Alberts zestigste verjaardag in Flåm.

Klik hier voor de foto´s van vandaag:

camera

Locatie:

Scandinavian-Park, Handewitt (net voor de Duits-Deense grens).

Camperplaats zonder stroom, toiletten voor 50 cent (samen met vrachtwagenchauffeurs, keurig netjes!).

Schermafbeelding 2017-06-10 om 22.28.09

8 gedachten over “10 juni: Kilometers vreten

  1. Goh, wat hebben jullie een flink stuk gereden zeg!
    Leuk die interieur foto’s, toch wel een heel verschil met de A classes als je die foto’s zo ziet!😇
    Zitten jullie nu in Denemarken? Je hebt weer mooi beeldend geschreven Monique, het is een feestje om te lezen! Ga zo door!

    Like

  2. Laten we het nou maar gewoon eerlijk benoemen: Amerikanen maken over het algemeen echt rommel.

    Kijk nou naar die huurvilla’s, het is allemaal van bordkarton; de deuren, de keukenkastjes, de muren, volgens mij zelfs het hele huis is van slap hout en bordkarton. Over het kooktoestel en de pannen nog maar te zwijgen. Maar daar hoor je Trump niet over! 😂

    Leuk verslag!

    Like

Wij vinden het erg leuk als je een reactie plaatst!